terug naar het overzicht

 

Koninklijk besluit van 8 augustus 1994 Stbl N° 638

Bron: Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden


 

 

Besluit van 8 augustus 1994 tot wijziging van artikel 2 van het besluit van 15 maart 1990, houdende vaststelling van de bedragen tot welke de munten als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Muntwet 1987 de hoedanigheid van wettig betaalmiddel hebben en vaststelling van de materialen waaruit deze munten zijn vervaardigd, alsmede de gewichten en afmetingen van deze munten (Stb. 1990, 156)

 

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

 

Op de voordracht van Onze Staatssecretaris van Financiën van 20 juni 1994, BGW 94/733, Generale Thesaurie, Directie Binnenlands Geldwezen, Afdeling Nationale Monetaire Zaken;

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Muntwet 1987;

De Raad van State gehoord (advies van 18 juli 1994, nr. W06.94.0382);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 29 juli 1994, BGW 94/924;

 

Hebben goedgevonden en verstaan:

 

Artikel 1

 

An de tabel van artikel 2 van het besluit van 15 maart 1990, houdende vaststelling van de bedragen tot welke de munten als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Muntwet 1987 de hoedanigheid van wettig betaalmiddel hebben en vaststelling van de materialen waaruit deze munten zijn vervaardigd, alsmede de gewichten en afmetingen van deze munten (Stb. 1990, 156) wordt tussengevoegd een tienguldenmunt van zilver met een gehalte van nominaal Ag 72,0% en een tolerantie van + of – 0,3%-punt, een gewicht van nominaal 15 gram en een tolerantie van + of – 0,7% en een middellijn van nominaal 33 millimeter en een tolerantie van + of – 0,10 millimeter. Na tussenvoeging luidt de tabel als volgt:

 

Muntsoort

Metaal

`Gehalte

Gewicht

Middellijn

nominaal

tolerantie

+ of -

nominaal

tolerantie

+ of -

nominaal

tolerantie

+ of -

%

%-punt

gram

%

millimeter

 

vijftiggulden­munt

zilver

Ag 92,5

0,5

25

0,7

38

0,10

tiengulden­munt

zilver

Ag 72,0

0,3

25

0,7

38

0,10

tiengulden­munt

zilver

Ag 72,0

0,3

15

0,7

33

0,10

vijfgulden­munt

verbronsd nikkel

kern:

Ni 99,5

brons:

Sn 12,25

Cu rest

0,5

 

 

Sn: 1,25

  9,25

3

23,5

0,10

rijksdaalder

nikkel

Ni 99,5

0,5

10

3

29

0,10

gulden

nikkel

Ni 99,5

0,5

  6

3

25

0,10

kwartje

nikkel

Ni 99,5

0,5

  3

3

19

0,20

dubbeltje

nikkel

Ni 99,5

0,5

  1,5

3

15

0,20

stuiver

brons

Cu 95

Sn 4

Zn rest

Cu 2

Sn 1

  3,5

3

21

0,10

 

Artikel 2

 

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

 

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

 

’s-Gravenhage, 8 augustus 1994

Beatrix

 

De Staatssecretaris van Financiën,

M. J. J. van Amelsvoort

 

Uitgegeven de vijfentwintigste augustus 1994

De Minister van Justitie,

A. Kosto

 

 



terug naar het overzicht